Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De steden van het [30]zuiden zijn toegesloten, en er is niemand, die ze opent; het ganse Juda is weggevoerd, het is [31]geheel en al weggevoerd. 30. Te weten van Egypte in het zuiden van Kanaan gelegen, waar de Joden gewoon waren en nu ook mochten menen hunne toevlucht te nemen, doch tevergeefs; sommigen verstaan de steden van Juda, in het zuideinde gelegen, alsof de profeet zeide: Zelfs de uiterste steden van Juda, die het allerverst van Babel afliggen, zijn van mensen ontbloot, dat er niemand uit- of ingaat. 31. Hebreeuws, [in] volkomenheden; dat is, gans en al. Anders: [de stad] dergenen die in vrede zaten; dat is, die zorgeloos waren, niets dan vrede verwachtende.